Mijn dagbesteding is halverwege de lockdown verhuisd. Vanwege de 1,5 m regel moesten deelnemers verder uit elkaar zitten. Waardoor er meer ruimte nodig was. Waardoor er een groter gebouw nodig was.
Gelukkig is onze directeur erg goed in organiseren. Dus zij had binnen een paar weken een nieuw gebouw gevonden. Het voormalige hoofdkantoor van een tapijten groothandel. Een groot gebouw van twee verdiepingen op het industrie terrein.
Ik heb nog nooit zoveel lege parkeer vakken bij elkaar gezien. Het industrie terrein zat midden in de lockdown. Dus de meeste bedrijven waren gesloten of draaiden om minimale bezetting. Dus stonden er vrijwel geen auto’s op hun parkeerterreinen.
Het nieuwe gebouw is wel een stuk verder fietsen dan het oude. Het oude was twee keer tien minuten. Het nieuwe is twee keer dertig minuten. Op de heen weg fiets ik een paar kilometer langs het spoor. Op de terug weg is dat niet mogelijk omdat ik dan via een gevaarlijke kruising zou moeten. Dus op de terug weg fiets ik een paar kilometer via de rondweg.
Dus een behoorlijk stuk fiets, maar wel hele rustige wegen.
Althans in het begin. Maar na vier maanden eindigde de lockdown en gingen de scholen weer open en ineens fietsten er honderden kinderen en tieners.
Met name op de terug weg merkte ik het verschil. Ineens kwam ik groepen tieners tegen die aan de verkeerde kant van de rondweg op het fietspad fietsten. Met z’n drieën naast elkaar.
Dankzij tien jaar vrijwilligerswerk met kinderen en tieners heb ik behoorlijk wat overwicht. Dus ik hoefde maar in hun richting te kijken om hen duidelijk te maken wat ik wilde. De eerste week gingen ze keurig achter elkaar rijden. De tweede week reden ze op de stoep. Vanaf de derde week heb ik ze niet meer gezien.
Maar ik bleef wel nieuwsgierig naar waar al de tieners vandaan kwamen en waarom ze aan de linker kant van de weg reden.
Afhankelijk van de weersvoorspelling vertrek ik soms wat vroeger van mijn dagbesteding. Zeker wanneer er regen verwacht wordt.
Een paar weken later kwam ik de tieners weer tegen. Maar nu ongeveer een kilometer verder dan ik ze oorspronkelijk was tegen gekomen. Ze kwamen via een bruggetje uit een wijk fietsen. Fietsten honderd meter op de stoep en staken bij het stoplicht over naar de juiste kant van de weg.
Maar voor zover ik weet is er in die wijk niets te beleven voor tieners. Dus waar komen ze vandaan.
Na enige weken puzzelen viel het kwartje. Vlak bij het spoor zit een grote Christelijke hogeschool. Waar ik notabene op de heen weg langs fiets. Deze school richt zich op zwaar Christelijke tieners uit de halve provincie.
Voor de tieners die in steden zuidelijk van ons wonen, zijn er twee routes om naar huis te fietsen. Ze kunnen langs het spoor in westelijke richting fietsen en aan het eind van de weg rechts af slaan. Of ze kunnen door de wijk een stuk afsnijden. Dan komen zie via een bruggetje op de rondweg. Als ze dan door fietsen naar dat industrie terrein waar ik net vandaan kom. Dan kunnen ze via via op het fietspad van de hoofdweg terecht komen.
Ik betwijfel of afsnijden via de wijk heel erg veel korter is. Maar het voelt korter.
Het fietspad langs de rondweg in noordelijke richting is rond drieën vrijwel uitgestorven. Dus waarschijnlijk fietsten ze al jaren aan de linker kan van de weg.
En toen kwamen ze mij tegen.